donderdag 29 maart 2018

Vakbondsoffensief in de kiem gesmoord?


Het recente artikel  in ‘Zeggenschap’ over de achtergronden van het terugtreden, eerder dit jaar, van FNV-bestuurder Mariëtte Patijn, doet terugdenken aan zaterdag 13 januari 2018. De lancering van het FNV Offensief op die dag in Utrecht, in aanwezigheid van ruim 2000 vakbondsactivisten lijkt, na alle gekrakeel dat eraan vooraf ging, veelbelovend.

 Maar daarna wordt het stil, angstig stil. Ja, er worden schrijnende verhalen verzameld. En ja, er worden bijeenkomsten rond de gemeenteraadsverkiezingen georganiseerd. Toch kun je beter Googelen dan zoeken op fnv.nl om de FNV-webpagina’s over het offensief terug te vinden. Het zegt iets over de chaos en besluiteloosheid van dit moment. En het lijkt er op dat het artikel in Zeggenschap beoogt een soort ‘genadeklap’ aan het op-sterven-na-dode vakbondsoffensief toe te brengen.
Dat zou jammer zijn. Want een solide vakbondsoffensief tegen de ‘race naar beneden’, óók richting de politiek blijft, zeker met Rutte aan het roer, wel degelijk nodig.

Het artikel van Aldo Dikker suggereert een voortdurende machtsstrijd. Terecht. Het suggereert ook een ‘sneaky’ complot van Patijn en Kuin ‘achter de schermen’. Onterecht. Dikker signaleert het nota bene zelf verderop: het offensief is een direct uitvloeisel van de congresresolutie van mei 2017.
Maar er is meer open en openbaar neergezet, behalve die congresresolutie, waardoor het artikel een voor mijn gevoel ‘scheef complotbeeld’ schetst:
·        de breed verspreide brochure over het offensief daterend van mei 2017
·        bestuurders beschikken vanaf begin november 2017 over de (concept-) plannen
·        verspreid over diezelfde novembermaand vinden in het hele land regiobijeenkomsten plaats om het offensief met de leden te bespreken.

Of er iets gedáán is met de talrijke kritische opmerkingen uit die periode is een heel andere vraag. Het antwoord is: nee, niet tot nauwelijks [1]. En of het offensief inhoudelijk en qua gekozen aanpak hout snijdt, ook daaraan kun je twijfelen.
Maar de eenzijdige ‘framing’ als een machtsgreep met als doel te FNV totaal te hervormen, gooit badwater en kind gezamenlijk weg.

Eén voorbeeld daarvan uit het artikel in Zeggenschap. Een statement, toegeschreven aan Kuin en Patijn: “aan slapende leden heeft de FNV weinig. Ze moeten actief worden om vakbondsmacht te ontwikkelen.”
In vakbondstermen heet dit ‘activerend vakbondswerk’. Dat is jaren ouder dan het FNV-offensief. Ook ouder overigens dan het lezenswaardige interview dat Ruud Kuin er in 2015 over gaf. ‘Activerend vakbondswerk’ komt – onder andere – uit het voormalige FNV Bondgenoten. Het gaat om een aanpak die sinds ongeveer 2005, tegelijk met het fenomeen ‘organising’, maar daarmee niet te verwarren, voet aan de grond krijgt. Het is een afrekening met de koers van rond 2000, waarbij de FNV dreigt te vervallen tot een sociale ANWB onder het motto ‘FNV, uw zaakwaarnemer’. Leden worden sinds 2005 in de officiële [2] vakbondsvisie niet meer als passieve consumenten van individuele diensten beschouwd, maar als beslissende kracht voor het bereiken van concrete verbeteringen en vakbondsdoelen. Helemaal in overeenstemming met de primaire bestaansreden van de vakbeweging: ‘samen staan we sterk’. Invloed van de SP op de vakbeweging? Dat zou de SP willen, het is eerder omgekeerd.

Wat in het artikel óók verborgen blijft, is dat de machtsstrijd niet van één kant wordt gevoerd. De vraag ‘wie is de baas’, tot 2011 vooral iets tussen de voormalige vakcentrale en afzonderlijke bonden, woedt voort, zij het in andere vorm. Anno 2018 te typeren als een strijd tussen ‘het hoofdkantoor’ en ‘de sectoren’, tussen ‘centraal’ en ‘decentraal’. Of, meer inhoudelijk: tussen vooral op den Haag gerichte polderaars en hen die feitelijk de polder afwijzen als (onderhandelings)plek waar ‘iets te halen valt’ , en het zwaartepunt van vakbondsactiviteiten op sectorniveau zien.

Over het niet onbelangrijke ‘polderdebat’ later wellicht meer. Op deze plek alleen de constatering dat de interne strijd om de macht binnen de FNV, reëel of als ‘frame’, niet  bijdraagt aan een vruchtbare discussie over dit onderwerp.




[1] Ook een voorstel voor een alternatieve aanpak door de auteur, met basis in de bedrijven, vond géén gehoor.
[2] Ook in die jaren zien we al een ‘leiderschapsprobleem’: de ‘zaakwaarnemersvisie’ wordt namelijk nog veelvuldig uitgedragen, o.a. via de website.